Jos Spijkerman is student Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen en hij maakt zich zorgen over de problemen die komen kijken bij reizen. Om de overdaad aan positieve verhalen en toeristische promotie een tegengeluid te bieden, ontwierp hij de Afzichtkaart: de afzichtelijke kaart die de keerzijden van onze reizen weergeeft.
Wanneer mijn vrienden thuiskomen van een reis vertellen ze over hoe mooi het was en hoe ik er écht zelf eens heen moet, maar in de krant lees ik over overtoerisme. Er zijn geen massa’s toeristen te zien op de prachtige foto’s die op hun ansichtkaarten staan. Ook onze Instagram-pagina’s vertellen het verhaal van onze reis mooier dan dat ze is. Is het niet eens tijd dat onze vakantieverhalen meer waarheidsgetrouw worden? Zullen we ook afzichtkaartjes gaan versturen?
Er is geen ontkennen aan: reizen gaat steeds meer gepaard met problemen. De kranten stonden afgelopen zomer vol critici die beschreven hoe Chineze bezoekers het Rijksmuseum onderwaarderen of over hoe Airbnb de stad van de bewoners afpakt. Lokale politici in bijvoorbeeld Amsterdam hadden hun handen vol aan het toerisme-beleid. In Barcelona en Venetië waren zelfs anti-toeristische protestbewegingen. Hun leus: “tourists go home”. Dit tegengeluid is enorm belangrijk, want de toerisme-industrie groeit in hoog tempo, ten koste van sommige bestemmingen. Toch zijn de verhalen die bij thuiskomst worden verteld door reizigers nog steeds veelal positief.
Maar op reis hebben wij reizigers er zelf ook een handje van om kritisch te zijn tegenover mede-toeristen: wanneer wij een foto maken, willen we dat er zo min mogelijk andere toeristen op staan. Ook op de ansichtkaartjes die we versturen zijn de hordes toeristen afwezig. We zijn druk op zoek naar de plekjes die andere toeristen nog niet hebben ontdekt, die nog ‘authentiek’ zijn. Dit is ook te zien in de opkomst van Airbnb: het platform biedt oorspronkelijk een uniek logeeradres, omdat er écht iemand woont. We vinden het charmant om ons een local te voelen in een vreemde stad, want het liefst voelen we ons geen toerist. Van ons mogen al die toeristen ook naar huis. Behalve wijzelf natuurlijk!
Wanneer een plek nog niet is ontdekt door toeristen noemen wij deze dus ‘authentiek’. Een veelgehoorde klacht is dat massatoerisme leidt tot een verlies aan deze authenticiteit; de markt past zich aan de wil van de toeristen aan en ondernemingen worden commercieler. Als toerist ben je er dus het liefst vroeg bij, zodat de bestemming nog niet ten prooi is gevallen aan dit vernietigende proces. Het is stressvol om overal telkens de eerste toerist te willen zijn, terwijl je juist op vakantie ging voor je rust. En lastig om toe te geven maar waar: als toerist draag je zelf bij aan dit verlies van authenticiteit.
Al in 1958 beschreef filosoof en schrijver Hans Magnus Enzensberger deze toeristische drang om toerisme te vermijden. Het is namelijk, zo beweert hij, een noodzakelijke drijfveer van de toerisme-industrie. Sinds haar opkomst draait deze industrie dus al grotendeels op de wens van toeristen om andere toeristen te ontlopen. We kennen allemaal de citytour die wordt verkocht als rondleiding langs de niet-toeristische hidden gems. Zo’n off the beaten track-citytour is natuurlijk zelf ook een toeristische onderneming; het is een citytour, wat nou ‘niet-toeristisch’? Onze kritische houding tegenover andere toeristen helpt de toeristische industrie dus eigenlijk met groeien.
Mijn bedoeling is niet om, naast vliegschaamte, nu ook reisschaamte te introduceren. Voor veel mensen zijn beide vormen van schaamte onnodig. Zodra je niet voor een weekend naar Bali vliegt om iets te doen wat prima thuis had gekund, of voor je reis naar Parijs kiest voor het vliegtuig terwijl je het geld hebt voor een treinreis, vind ik niet dat je je hoeft te schamen. Waar schaamte overdreven is, is een bepaalde hoeveelheid zelfbewustzijn wel belangrijk. Als hedendaagse consument heb je de plicht om bij je beslissingen stil te staan en je af te vragen wat je beter kunt doen. Hoe belangrijk is die reis voor je? Of wil je alleen maar naar Parijs omdat de Eiffeltoren zo mooi staat op een ansichtkaartje?
Gelukkig zijn ook reizigers zich steeds bewuster van hun effect op de bestemming. Bewegingen als sustainable tourism en eco-tourism zijn hier voorbeelden van. Het boekje How to be a better tourist van Johan Idema geeft ook ideeën over hoe het reizen bewuster zou kunnen. Hij raadt bijvoorbeeld aan om een stad te verkennen vanuit de buitenwijken, en langzaam naar het centrum te bewegen en schrijft dat de supermarkt een uitermate geschikte plek is voor een safari. Door deze tips te volgen val je niet in een toeristische sleur.
Dit soort adviezen kunnen helpen om de reis te plannen op een manier waarbij je rekening houdt met de omgeving, waardoor het ook voor jezelf leuk blijft. En het is bovendien van belang om vraagtekens te blijven zetten. Waarom wil je per se de eerste toerist zijn op een nieuwe plek? Is dit wel echt zo belangrijk? Wat je hierbij vooral niet moet vergeten is dat je zelf toerist bent, en altijd effect hebt op de bestemming.
Enzensberger beschrijft dat het beschamend is om thuis te komen van een telerustellende vakantie: had je daar zo lang voor gespaard? We houden onze vrienden (en misschien vooral onszelf) voor dat de vakantiebestemming prachtig was, ook wanneer dit best meeviel. We zetten alleen de mooie foto’s (met zo min mogelijk andere toeristen) op Instagram, en sturen ansichtkaarten die net zo’n romantisch beeld geven. Maar dit is nergens voor nodig! Vertel de verhalen waarheidsgetrouw; iedereen weet dat een vakantie nooit perfect is. Zet ook eens een wat mindere, eerlijkere foto op Instagram. Stuur ook eens een afzichtkaartje!
De Afzichtkaartjes zijn bedacht als ludiek tegengeluid voor de overdreven mooie foto’s en ansichtkaartjes die wij versturen tijdens onze vakantie. Ga naar www.afzichtkaarten.nl om meer te lezen over de filosofie achter dit idee.